2023-04-22 en 23 Overweging 3e zondag van Pasen, Cobi Voskuilen

Handelingen 2,14.22-32
Lucas 24,13-35

Onderweg

Kent u ook dat gevoel dat je tijdens een wandeling, langs het strand of door bossen en velden je gedachten op een rijtje kan zetten? De rust en de ruimte scheppen een sfeer waarin je goed na kan denken. Over jezelf, over jouw leven tot nu toe, wat je nog graag wil bereiken. Of waar je over in zit, je zorgen om maakt. Soms is het heilzaam om dat samen te doen. Zeker in tijden dat het leven kwetsbaar of moeilijk is.
Samen op pad gaan schept de gelegenheid om gedachten uit te wisselen, om je onzekerheid, je angst en verdriet te delen. Luisteren naar elkaar kan een ander licht laten schijnen over hoe je zelf tegen de dingen aankijkt.
Dat deden ook twee leerlingen die van Jeruzalem naar Emmaüs liepen. De een heet Kleopas maar de ander heeft geen naam. Wellicht deed de evangelist dat bewust om zo ieder van ons in het gebeuren te betrekken. Die naamloze persoon kan namelijk iedereen zijn: u, jij en ik. Ook wij moeten soms ons verhaal kwijt net als die leerlingen. Want het verdriet en de boosheid die ze voelden over de dood van Jezus was overweldigend groot. De man die ze zo lang gevolgd hadden, die hen inspireerde, wiens wonderen ze gezien hadden, van wie ze gehoopt hadden dat Hij de Messias zou zijn. Die man was dood en zou nooit meer terug komen. Hun leven was niet meer hetzelfde als voorheen. Alles was radicaal veranderd.
Als je iemand waarvan je houdt verliest of als je je leven totaal anders moet inrichten ten gevolge van een ongeluk of een ziekte, wordt je hele bestaan op z’n kop gegooid. Je bent verbijsterd, hoopt dat het een nachtmerrie is waar je alleen maar uit wakker hoeft te worden.
Je hoopt op een wonder, soms tegen beter weten in. Gevoelens van woede, verdriet en frustratie razen door je lijf. Je lijkt niet te kunnen stoppen met huilen, je balt je handen tot vuisten van onmacht. Alle veerkracht is uit je weggeslagen. Je lijkt wel gek te worden van verdriet en steeds maar weer stel jij jezelf die ene vraag : “Waarom?”.
Zouden de leerlingen er ook zo over gedacht hebben? “Waarom heeft God Jezus, zo laten lijden? Waarom moest Hij sterven? Jezus was toch Zijn Zoon? Zoiets doe je je kind toch niet aan?” De leerlingen begrijpen het niet. Hun leven is radicaal veranderd. Als onze mensen dagen zo donker zijn zoek je naar tekens van leven. Naar sporen die de wanhoop doorbreken.

Die engel, op de steen voor het graf, heeft mooi praten dat Jezus nog leefde. Zij zagen alleen een leeg graf. Een lege plek in huis, aan tafel een lege stoel. Waar was Hij dan? Nee het is over en uit ze gaan terug naar huis, naar Emmaüs, diep bedroefd en teleurgesteld. Gelukkig hoeven ze die weg niet alleen te gaan. maar met zijn tweetjes zoals ze eens door Jezus op weg werden gezet. Die ander is broodnodig om je verhaal mee te kunnen en mogen delen. Maar de twee blijven er in steken….ze draaien steeds in hetzelfde kringetje.
Ineens verschijnt daar die vreemdeling die met hen oploopt. Nu barsten de leerlingen pas echt los. Ze vertellen honderduit wat er is gebeurd in Jeruzalem. Blij dat ze hun verdriet met iemand kunnen delen die niet in dezelfde emotieflow zit. En de vreemdeling luistert geduldig naar hun verhaal en laat de woede, het verdriet en de frustraties over hem heen komen.
Toch doet hij meer dan alleen maar luisteren en vragen stellen. Hij laat een nieuw licht over de gebeurtenis schijnen. Hij legt hen uit dat de dood van Jezus niet het einde is, maar een nieuw begin. Hij haalt daarvoor verhalen uit de Schrift aan. Misschien heeft hij ze wel het verhaal van Jozef verteld, die door zijn broers in de put werd gegooid, voor dood werd achtergelaten en vergeten, maar die nieuw leven vond in Egypte. Of vertelde hij hen over Mozes, die in opdracht van God het joodse volk vanuit het duistere, dodende Egypte naar het lichte, leven schenkende beloofde land moest leiden.
Verhalen over het volk van Abraham, Isaak en Mozes. Het volk, dat nooit door de Eeuwige in de steek is gelaten. Bij elke uitzichtloze situatie zette God hen op weg naar nieuw leven.
De vreemdeling begrijpt de mens waarmee Hij oploopt. Hij voelt als geen ander aan dat je na een overlijden tijd nodig hebt om te rouwen. Tijd om afscheid te nemen van de geliefde. In Emmaus aangekomen nodigen ze hem uit in hun woning. Zeker nu de avond valt en donker het licht verdrijft. Want verdriet lijkt ’s avonds en ’s nachts zwaarder te wegen. Dan voel je je al gauw alleen op de wereld. De vreemdeling schept met zijn woord Ruimte; geeft op de een of andere manier weer zicht op toekomst. Ja hij straalt zoveel vertrouwen uit dat door zijn nabijheid iets van God aan het licht komt.
Dat gevoel willen ze vasthouden Ze nodigen hem uit voor de maaltijd. De man gaat mee naar binnen en als ze aanliggen voor de maaltijd gebeurt er iets wonderlijks. Hij wordt van gast tot de gastheer, neemt het brood, zegent het en deelt het met hen. Op dat moment herkennen ze Hem. Het is Jezus!! Al die tijd liep Hij met hen mee en ze hebben Hem niet herkend! Hun ogen waren verblind door verdriet en machteloosheid om dat te zien. Hoe was het mogelijk! Net op het moment dat ze Hem herkennen, verdwijnt Hij weer en zijn ze weer met zijn tweeën in hun huis. Maar wat nu? Vallen ze terug in hun verdriet? Hij heeft hen ten slotte weer verlaten. Niets is minder waar.
Nu ze Hem gezien hebben en weten dat Hij niet dood is, maar leeft, kunnen ze verder leven.
Vol vertrouwen zelfs, want ook al zien ze Hem nu niet meer, ze weten dat Hij onderweg bij hen is. Met hen meeloopt op hun levensweg. Tijdens heel zijn leven immers was Jezus dààr, waar nood was aan aandacht, troost, compassie en hoop. Hun veerkracht groeit met de dag.

Durven wij er zo ook op te vertrouwen dat God ons niet in de steek zal laten? Dat Hij naar ons luistert, ons bidden en vragen hoort, ons troost en nieuwe hoop geeft? Ook wij zijn onderweg naar onze toekomst. We weten niet wat er op ons pad komt, alleen wel dat het vreugde en geluk kan zijn, maar ook verdriet, angst en zorgen. Het is goed om wat ons overkomt, waar we geen raad mee weten of wat we donker inzien met tochtgenoten onderweg te delen. En wie weet voegt zich in onze gesprekken ook wel die wonderlijke vreemdeling die ons sporen van de Eeuwige uitlegt in ons gelovig bestaan. Die de hoop weer aanwakkert dat de steppe zal bloeien, dat de dode zal leven.
Als u, jij en ik die naamloze Emmausganger kunnen zijn mogen we erop vertrouwen dat we de weg niet alleen af hoeven te leggen. Er is iemand die met ons meeloopt, Zijn hand zal ons wenken, Zijn stem zal ons roepen en wij zullen horen, wij zullen opstaan en lachen en juichen en leven.
In Jezus zien we hoe God al eeuwen met Zijn volk meeloopt. Hoe Hij/Zij ook ons draagt als we het moeilijk en zwaar hebben. Mogen we in dat perspectief samen met God onderweg blijven naar Zijn toekomst.

Cobi Voskuiulen

Geplaatst in Preken.