2023-06-18 De bedoeling, Roland Brans

Onderweg vanuit de bedoeling

Exodus 19,2-6a
Mattheüs 9,36-10,8

Is de bijbel, en meer in het bijzonder het evangelie, een goed managementboek? Deze gedachte kwam bij me op toen ik nadacht over het evangelie van vandaag en ik tussen de bedrijven door voor mijn werk het zoveelste managementboek tot mij nam. Wel een goed boek trouwens; het heet ‘Ruimte’ en is van Frank Weijers. Managementboeken hebben net zoals de vele zelfhulpboeken die in stapels in de boekhandel liggen, vaak de pretentie de oplossing te bieden voor al uw en mijn problemen, de weg te bereiden naar het ultieme geluk en voor leiders het walhalla van succes en persoonlijke groei te bieden. Bij het lezen van dit soort boeken denk ik soms: dat staat in de bijbel ook, of minder duidelijk, maar daarom soms juist beter, want meer literair. De ondertitel van het boek dat ik aan het lezen was luidt: stop met onzin, doe wat de bedoeling is. Nu snap ik zo’n titel wel, want in ons werk komen we graag to the point, maar in het echte leven ben ik vaak dol op onzin en doe ik lang niet altijd wat de bedoeling is.

Jezus wel overigens: die lijkt ook nu weer in dit evangelie, maar al te goed te weten wat de bedoeling is. Die ondertitel ‘stop met onzin, doe wat de bedoeling is’ is Hem op het lijf geschreven. Ik zie drie belangrijke elementen in de tekst uit Mattheüs: de leider (Jezus dus), degenen die gezonden worden en de boodschap van de leider. De boodschap van de leider is helder. Jezus zendt in zijn apostolische toespraak zijn vrienden weg met een duidelijke opdracht: ‘Verkondigt op uw tocht: het Koninkrijk der Hemelen is nabij. Geneest zieken, wekt doden op, reinigt melaatsen en drijft duivels uit.’ Dat is nog eens een opdracht! Niet bepaald doelstellingen die wij gewend zijn, zoals: winstmaximalisatie met een minimaal percentage van x%, of: de top drie van de Eredivisie behalen of: Cito-scores halen die boven de door inspectie en/of school bepaalde norm liggen. Krijgt wie het haalt een bonus? Soms wel.
Ik heb altijd geleerd om, zoals we dat tegenwoordig noemen, enerzijds de lat hoog te leggen en anderzijds haalbare doelen te stellen; ik betwijfel of doden opwekken en duivels uitdrijven hieronder vallen. Maar misschien kunnen we wel de mensen nabij zijn die innerlijk dood zijn, die niet meer weten hoe verder te leven, of de hoop hebben opgegeven; of de verslaafden die afgestompt, wezenloos en doelloos geketend zijn aan geweld, gokken, drugs, drank, scherm of sensatie? Zijn daar nog wat duivels uit te drijven? Zeker, zegt Jezus: de oogst is groot. Want zo verhaalt Mattheus en zo is het in alle tijden: we zien net als Jezus, door medelijden bewogen, een menigte van ongelukkigen.

Verlamd kunnen we worden door die menigte van ongelukkigen. Waar te beginnen? Immers: Jezus gaf die opdracht niet alleen aan zijn twaalf apostelen, maar ook aan ons. En net zoals de apostelen ontvangen wij ‘om niet’ het leven, de genade en behoren wij deze weer ‘om niet’ weg te geven. Gratis dus. We verwachten geen bonus, we zíjn de bonus. Als we anderen nabij zijn hoeven we ons niet weg te cijferen maar ons ook niet te profileren, we hoeven ons noch klein te maken, noch er ons op voor te laten staan. Ook Jezus de Nazarener kon het niet alleen, zijn vrienden niet en wij ook niet. Ik vat dat maar op als een geruststelling én een aansporing. We hoeven niet alles alleen te doen, we hoeven niet de hele wereld op onze nek te nemen, maar we mogen hem ook niet links laten liggen, soms mogen we al tevreden zijn als we de duiveltjes in onszelf kunnen uitdrijven. In onze verbondenheid met anderen nemen we ook anderen daarin mee. Verbondenheid – dat is het. Met al onze verschillende talenten, zijn ook wij medewerkers van het Verbond, zoals in de eerste lezing uit Exodus, als Mozes dit hoort van God: ‘Gij zult mijn priesterlijk koninkrijk en mijn heilig volk zijn’.

Het heilige volk, het Koninkrijk der Hemelen, waar vinden we dat? Het visioen is dichtbij. Het ligt op elke straathoek, in elke school, in elk huis. Overal waar we ons gezonden weten.
Zo-even benoemde ik drie belangrijke elementen uit het evangelie: de gezondenen (wij en de apostelen), de boodschap (het zichtbare visioen) en de leider. De leider dat is Jezus zelf. Een goddelijk, charismatische leider. Daar schrijft mijn managementboek toch wel iets behartenswaardigs over: ‘Het grootste gevaar van charismatische leiders is dat anderen stoppen met nadenken.’ Zo is dat. Het is niet: Jezus redt, Jezus redt. Robert Long zong dit al: ‘Jezus redt, Jezus redt, alle mensen opgelet. Jezus redt, Jezus, redt Jezus uit de goot.’ Gelukkig hebben we ook de Heilige Geest nog, in die Drie-ene God. Waar Jezus ons aanzet tot handelen is het de Heilige Geest die ons aanblaast, aanmoedigt, inspireert. De Heilige Drie Eenheid: dat is nog eens een opbeurend cocktail trio!

De oogst in ons volk is groot. De nood is groot. Mattheüs schrijft erover. Is Mattheüs nu medeauteur van een goed managementboek? Is zijn boek helpend voor leiders van bedrijven en instellingen? Al die katholieke instellingen die met het verwijderen van hun predicaat RK het kind met het badwater weggooien, omdat ze de bijbel alleen nog maar kunnen lezen als een historisch verslag of omdat ze niet meer weten wat ze nog met God aan moeten, gaan verder zonder hun diepste bron. Hebben hun leiders met het evangelie een goed managementboek weggegooid? Ja. Of nee, want bijbel en evangelie bieden méér dan dat: een verhaal, een poëzie, een boodschap, een pamflet, een verbond, een aanmoediging. Wij zijn onderweg vanuit de bedoeling van Jezus. Menig managementboek vertelt mij wat ik moet doen. Het evangelie leert mij wie ik kan zijn.
Amen.

Roland Brans

Geplaatst in Preken.