2024-08-11 en 12 pastor Joska van der Meer

We hebben ze veel gezien de afgelopen weken, vrouwen en mannen net na een inspannende race, struikelend haast over hun woorden met een hoge stem, het hart nog kloppend in de keel. Blij, opgetogen dat het gelukt is, een medaille! Vaak omschrijven ze het als de bekroning van een lange moeizame reis “It was a long journey” of juist “niet te vatten dit!”
Zingen moet ik, zingen dat alles anders wordt, feestelijk anders. Het hart klopt in mijn keel.
Zo euforisch is het lied van Maria ook. Maria zingt, jubelt het uit! Ze staat aan het begin van een lange moeizame reis maar die ziet ze vol vertrouwen tegemoet. Vanuit vertrouwen, opgedaan in haar leven tot nu toe. In het eerste couplet van haar lied bedankt ze God uitbundig voor alles wat hij haar tot nu toe geschonken heeft. Bovendien heeft ze er alle vertrouwen in dat God barmhartig is en zal blijven. En dus er zijn zal als het moeilijk wordt. In haar tweede couplet bezingt ze hoe die barmhartigheid van God eruit ziet. En Maria kan ook zo uitbundig zingen omdat ze zich onderdeel wist van een volk dat door God gedragen werd, dwars door alle moeilijkheden heen. Vanuit haar vreugde en vertrouwen ontstond zo haar Magnificat:
Zingen moet ik, zingen dat alles anders wordt, feestelijk anders. Het hart klopt in mijn keel. 
Hannah Lam schreef er een mooi gedicht over:
‘Zingen is zijn, is zeggen,
niet meer zwijgen,
is boven alle angst uit gaan stijgen
en licht ontwaren in de duisternis,
het onbevangen licht van genesis.
Het is opnieuw genade vinden
in uw ogen,
niet langer gekleineerd,
niet neergebogen,
maar leven in een alledaags bestaan
dicht bij de maatslag van uw grote naam.
Dan worden hongerigen
niet meer uitgesloten,
dan telt geen geld,
geen macht meer van de groten,
maar ligt het kleed van de barmhartigheid
wijd over deze aarde uitgespreid.’
Hannah Lam
En zo is het: overal ter wereld wordt haar lied gezongen en gebeden, in kloosters bij iedere vesper. Haar lied is een inspiratiebron geworden. Ook voor ons?
Kunnen wij haar lied meezingen, of als geloofsbelijdenis meebidden? Wat heb je daarvoor nodig?
Voor couplet 1 is dat dat je dankbaar kunt omzien naar je eigen leven tot nu toe. Hoe moeilijk of moeizaam een mensenleven was of is: in de bedding van de jaren zijn er vast wel keien te vinden die fier en dankbaar stemmen… Ga je eigen leven maar na… De vraag is of je ze op wilt rapen en net als Maria daarbij dan zeggen: God dankjewel!
Voor het tweede couplet is de uitdaging of je daden van barmhartigheid kunt zien. Onze wereld lijkt zo onbarmhartig, de wereld die Maria bezingt zo ver weg.
Machtigen lijken hun greep te versterken, armen worden armer, rijken rijker, trotse mensen krijgen de meeste volgers. Maar Maria ziet ook de beweging van barmhartigheid in de wereld: mensen die zien, bewogen worden en in beweging komen voor een ander, voor de kwetsbaren in de samenleving. Maria is niet de enige gebleven, die God hierin aan het werk ziet. Na haar kwamen er velen, zo schreef de Franse heilige Vincent de Paul:
We moeten proberen ons hart te vertederen, het gevoelig te maken voor het lijden en de ellende van de ander. Laten we God vragen ons de ware geest van barmhartigheid te schenken: dat is de geest van God zelf. Want het wezen van God is barmhartigheid doen en een geest van barmhartige liefde te geven. Laten we God dan ook vragen dat hij ons een geest van compassie en barmhartige liefde geeft, zodat wie een van ons ziet zegt: Dat is nou echt iemand vervuld van barmhartige liefde!
In haar derde couplet bezingt Maria de trouw van God, dat God er wás en ís en blijven zál. Maria weet zich deel van een groter geheel, staande op de schouders van de generaties voor haar. Van mensen die zichzelf en hun leven toevertrouwden aan God, die leefden vanuit zijn barmhartigheid en zo de kracht kregen om voor en met elkaar te leven, elkaars hoeder te zijn, elkaar trouw te zijn in goede en kwade dagen. Ook wij mogen ons zo deel weten van een groter geheel, van al die mensen in de rijke christelijke traditie én mensen van goede wil die zichzelf en hun leven toevertrouwden aan God, die leefden vanuit zijn barmhartigheid.
Deze dagen van Olympische spelen oefenen we ons weer wat in ‘een volk zijn’ dus wie weet lukt het ons om Maria ook hierin te volgen. De tekst van couplet 6 van het Wilhelmus (in plaats van 1 dat we meestal zingen) zou ons prima kunnen helpen:
Mijn schild ende betrouwen, zijt Gij, o God mijn Heer,
op U zo wil ik bouwen, verlaat mij nimmermeer.
Dat ik doch vroom mag blijven,
uw dienaar t’aller stond,
de tirannie verdrijven
die mij mijn hart doorwondt.
Laten we tijd nemen om te overdenken of we in willen stemmen met Maria’s lofzang: God bedanken voor ons leven tot hier toe, blijven zien en bewogen worden én ons leven en welzijn toevertrouwen aan God! De geloofsgemeenschap van Taize zingt net zo uitbundig als Maria Magnificat! Kijk maar of je mee wilt zingen!
Gedichten Maria ten Hemelopneming 2024
VISITATIE WITTE VROUWEN
Witte vrouwen, vroom van zinnen,
met hun kindjes diep van binnen,
die op knieën en op voeten
elkaar glanzende begroeten.
Oude vrouw Elisabeth,
met uw zoontje van gebed,
springertje in moeders schoot,
kleine doper, tochtgenoot.
Meisje maagd Maria dat
zingen gaat: Magnificat!,
voor de Geest die groeide tot
foetus van de grote God.
Witte vrouwen, droom van binnen,
die zich op het kind bezinnen,
en nu met verstilde voeten
vol verwachting elkaar groeten.
Vrede ligt op hun gezicht,
vrede van een hemels licht.
Hans Werkman
Bij: Luca della Robbia (1400-1482), Visitatie, in de kerk San Giovanni Fuoricivitas, Pistoia, Italië
Wees gegroet blijkt licht
ontregelend
loopt gloeiend uit de hand
in mij groeit de wereld op zijn kop.
Machthebbers vallen over mijn kind,
armen floreren, rijken raken blut en leeg.
Zingen moet ik, zingen dat alles anders wordt,
feestelijk anders. Het hart klopt in mijn keel. 
Jan Groenleer
Geplaatst in Preken.