Meditatieve bezinning bij Jakob en Jonathan
Jakob en Jonathan willen allebei vrij zijn. Maar ieder om een andere reden. Jakob wil zich bevrijden van zijn schuldgevoel naar Esau zijn tweelingbroer. Hij wil dat ze weer vrij met elkaar om kunnen gaan. Jonathan wil zich vrij maken van de opgelegde regels door de Hoge Meeuwenraad. Hij wil het leven tot in de diepste dimensie ondergaan.
Ik zoom eerst in op Jakob…
De grote kloof die in jaren is ontstaan tussen hem en zijn tweelingbroer Esau breekt hem op. Ook al gaat het Jakob verder voor de wind, boert hij goed, toch wil hij zo niet verder leven. Al vanaf de moederschoot zo vertelt ons het verhaal uit Genesis liggen de twee broers elkaar dwars. Hun moeder Rebecca voelde in haar schoot al de strijd. En de Heer zei haar: twee volken zijn er in je schoot, twee volken die uiteengaan… en de oudste zal de jongste dienen…
En zo gebeurt het. Esau de eerstgeborene is de jager en Jakob een rustige man die graag bij de tenten verblijft. Vader Isaak hield meer van Esau en moeder Rebecca meer van Jakob. Op een dag komt Esau doodmoe thuis van de jacht. Hij sterft van de honger en vraagt Jakob die aan het koken is alvast om een bord linzensoep en brood. ‘Voor je eerstgeboorterecht doe ik alles’, zegt Jakob. Wat kan mij dat recht schelen roept Esau. ‘Kom op met die soep’. Dat wordt het begin van alle ellende. Want als vader Isaak oud en blind is geworden wil hij Esau zegenen voor hij sterft. Moeder Rebecca hoort dat en verzint een list zodat Jakob wordt gezegend in plaats van Esau. Met die zegen maakt Isaak Jakob de baas over zijn andere zoon. Esau wordt furieus en smeekt ook om de vaderlijke zegen. Isaak weigert en zegt: Ver van de vette grond zul je wonen, je zult leven van je zwaard en dienstbaar zijn aan je broer. Esau zweert Jakob te zullen doden. En Jakob vertrekt naar een ander land naar zijn neef Laban.
In ons verhaal is het moment aangekomen dat Jakob het niet langer trekt. Zijn schuldgevoel is te groot geworden om te dragen. Hij gaat gebukt onder het bedrog dat hem gevangen houdt. Hij wil zijn broer om vergeving vragen. Zo kan hij niet verder leven. Jakob begint met zijn vrouwen en kinderen, zijn knechten en vee aan een lange reis. En natuurlijk spookt er onderweg van alles door zijn hoofd. “Hoe zal Esau reageren Zal hij hem vergeven? Of gaat hij in de aanval? Verstaan ze elkaars taal nog wel?” Ook anno 2022 kennen we dit soort situaties… denk maar aan het familiediner… of de vetes waar de rijdende rechter aan te pas moet komen. Uit voorzorg halen ze alles uit de kast, zelfs de media. In de hoop dat de verzoeningspoging kans van slagen heef… ook Jakob. Hij stuurt bijvrouwen en knechten vooruit met geschenken voor Esau. Dan dringt het tot hem door dat het zijn eigen strijd is en niet die van zijn vrouwen, kinderen en knechten. Hij steekt de rivier de Jabbok over om de rest van zijn familie en bezit in veiligheid te brengen en keert alleen terug naar de andere oever. Het gaat niet om zijn bezit, niet om machtsvertoon, niet om zijn vrouwen en kinderen maar om hem zelf.
Jakob heeft nog iets uit te zoeken, uit te vechten met zichzelf. Moet hij zichzelf durven vergeven? Misschien hoort hij wel zoiets als de woorden: blijf niet staren op wat vroeger was, sta niet stil in het verleden, ik ga iets nieuws beginnen. Die nacht in het donker aan de rand van het water vindt de worsteling plaats met een onbekende. Is dat zijn vast geroeste schuldgevoel, zijn diepste zelf; moet hij zichzelf durven vergeven… of is het de Eeuwige met wie Jakob in het reine moet zien te komen? Eindigt het in remise? Het lijkt erop. Maar de woorden die de onbekende tot Jakob spreekt zijn in mijn ogen veelbetekenend. ‘Voortaan zal je naam niet Jakob zijn maar Israël, want je hebt met God en mensen gestreden en je hebt gewonnen.’ Israël betekent hier strijder Gods. Tegelijk krijgt Jakob de zegen mee over zijn missie. Die zegen had hij broodnodig… hij voelt zijn levenskracht terugkomen. Ook al loopt Jakob nu mank hij gaat vol vertrouwen zijn broer Esau tegemoet. Hij voelt zich gedragen hij hoort weer bij Israël zijn geboorteland.
En Jonathan?
De zeemeeuw laat zich door niets of niemand van de wijs brengen. Hij heeft het eenzame bestaan dat hij leidt ervoor over. Want hij voelt voldoening en levenslust steeds als hij zijn vleugels uitslaat waar en hoe hij dat wil. En ook al gaat hij soms kopje onder, valt hij verpletterend hard op de golven of slaat hij tegen de rotsen aan het weerhoudt hem niet om door te oefenen met nieuwe loopings… Maar waarom? Omdat zijn levenskracht groeit met de mate waarin hij zijn vliegvaardigheden ontwikkelt. Het voegt oneindig veel toe aan zijn leven. Zijn leven krijgt zin en inhoud… en dat wil hij graag delen met jonge meeuwen. Vooral met hen die zich laten gezeggen door de Hoge Meeuwen Raad.
Jonathan ontdekt dat hij zelf ook leef waarde toe kan voegen aan zijn bestaan. Maar mede dankzij de kracht die hij opdoet in den hoge. Vanwaar die kracht komt weet hij niet maar Jonathan ervaart hem wel. Hij wordt er door opgetild zoals het lied zingt:
Die mij droeg op adelaarsvleugels,
die mij hebt gevangen in de ruimte en als ik krijsend viel
mij ondervangen met uw wieken en weer opgegooid
totdat ik vliegen kon op eigen kracht
op eigen kracht.
Ik hoop dat deze ervaringen ons stimuleren om de weg naar vrij zijn zo goed en zo kwaad als wij kunnen te durven gaan. Maar bovenal dat wij daarbij de dragende kracht ervaren die ons leven draagt en steeds weer omkeert naar nieuw leven.
Cobi Voskuilen
Openingsviering zomerprogramma 2022