2022-12-10 en 11 Van dichtbij, Roland Brans

Jesaja 35, 1-6a.10
Mattheüs 11, 2-11

Van dichtbij is ze anders. Als ik de verrekijker aan mijn ogen zet zie ik hoe bijzonder ze is. Vorige week zondag wandelde ik zoals gebruikelijk na de viering in het bos. In mijn ooghoek zag ik een beweging van een vogel die ik niet meteen thuis kon brengen en snel pakte ik mijn verrekijker. Het was een mus. En ik was verrast. De mus zat maar een paar meter van me vandaan en doordat ik met een kijker met 12x vergroting keek, zag ik plotseling de prachtige bruin-beige kleurnuances. Het grijs was niet dof maar glinsterde onder parelende druppels. De veren lagen in een ragfijn patroon over elkaar. Wat had ik lang niet naar een gewone mus gekeken! Wat een prachtige vogel eigenlijk. Ik moest aan het gedicht van K. Schippers denken: ‘Als je goed om je heen kijkt zie je dat alles gekleurd is.’

Deze advent zingen we steeds hetzelfde openingslied: Open mijn oren, mijn ogen, mijn hart. Keer mij om. Geef mij uw leven. Laten we onze oren, ogen en ons hart eens openen en laten we het nu eens van dichtbij bekijken. Daar kunnen we wel wat licht bij gebruiken. Het licht van de Advent; we zijn er bijna, bijna zijn we bij het licht van kerstmis. Scheur toch de wolken weg en kom. Nu, begin december, worden de dagen weliswaar steeds korter, de nachten langer en lijkt het licht het onderspit te delven, maar onze verwachting groeit. Deze derde adventszondag wordt ook wel Gaudete genoemd, wat betekent: verheugt u. Verheugt u, want de Heer is nabij.

Als we het evangelie van vandaag ook van ‘dichtbij bekijken’, valt op dat het uit twee delen bestaat. In het eerste deel zien we Johannes in de gevangenis zitten. Hij stuurt zijn leerlingen weg met de vraag of Jezus werkelijk ‘de komende’ is. Jezus antwoordt hen dat ze maar eens goed naar zijn daden moeten kijken: blinden laten zien en lammen laten lopen, melaatsen genezen en doven laten horen, doden staan op en de armen krijgen weer hoop. In het tweede deel van het evangelie zijn de leerlingen van Johannes weer weg en richt Jezus zich tot de menigte. Dan zegt hij iets opmerkelijks: ja, Johannes is een profeet. Er is geen mens zo belangrijk als hij. Maar in het koninkrijk van God, in die nieuwe wereld, zijn zelfs de gewoonste mensen nog belangrijker dan hij. Jezus onderscheidt zich hier van Johannes. Want Johannes sluit aan op de eerste lezing uit Jesaja: De ogen van de blinden zullen open gaan en de doven zullen weer horen. Maar ook: hier is God vooral een rechter die komt om te vergelden en om te redden. Jezus gaat verder: zijn invulling van een nieuwe wereld vindt plaats midden in die wereld.

Verheugt U, want de Heer is nabij. Dat zal vast wel, maar wachten valt niet mee. U kent het gedicht van Gerard Reve waarschijnlijk wel: ‘Gij die koning zijt, dit en dat, wat niet al, jaja kom er eens om. Gij weet waarom het is, ik niet. Dat koninkrijk van U, weet U wel, wordt dat nog wat?’
Misschien kunnen we in de tijd dat we wachten, eens wat beter om ons heen kijken. Alles van wat dichterbij bekijken. Ik heb het bos verruilt voor de stad en heb mijn verrekijker nog steeds bij me. Vreemd, met een verrekijker in de stad, maar ook hier zet ik hem aan mijn ogen. Zeker, we zien een eenzame man alleen thuis zitten en we zien een stuurs kijkende vrouw die niet merkt dat ze bijna iemand omver loopt, we zien een ruzie op een terras en daar in dat afgelegen steegje is zelfs zinloos geweld. Maar als we inzoomen zien we dat er bij de man die alleen thuis is soep wordt gebracht, dat degene die te hard liep zijn excuses aanbiedt, dat bij de ruzie op het terras mensen tussenbeide komen, we zien dat gewonden verzorgd worden en dat er geprotesteerd wordt tegen onrecht en geweld. Er is genoeg om somber over te worden, we zien een vloed van tranen, maar gelukkig ontstaat met vallen en opstaan ook een gemeenschap die groeit in mensen, die elkaar willen hoeden en dragen en die het zoeken naar troost, vrede en recht niet moe worden.

Van dichtbij zijn we vaak anders. We kunnen wel een verrekijker gebruiken, of liever: een dichtbij-kijker. Als we Jezus van dichtbij bekijken merken we op dat hij toch echt anders is dan Johannes. Ja, Johannes is een voorloper: zijn werk is gebaseerd op wat Jesaja al voorspelde; er komt een nieuwe tijd. Maar Jezus geeft met zijn eigen handelen hier een heel persoonlijke invulling aan: de samenleving verbetert, Gods Rijk wordt concreet. Om dat in het hier en nu te zien richt ik mijn kijker toch maar weer eens op de mus. Ik heb het bos, zoals gezegd, inmiddels verlaten, maar toch: ik zie haar ook hier zitten. Het is een doodgewone huismus. Zo een die in een huis of flat in Dukenburg woont. Wat is van dichtbij bekeken dat grijs toch mooi, wat spant zij zich toch in om met die andere huismussen goed te leven. Wat verlangt zij naar het licht én wat draagt ze er op haar eigen manier aan bij. Soms wordt ze als een gewone huismus nog belangrijker dan Johannes in dat nieuwe Koninkrijk. Verheugt U, want de Heer is nabij!
Immers: van dichtbij zijn we vaak niet wat het lijkt. Van dichtbij zijn we bijzonder.
Amen

Roland Brans

Geplaatst in Preken.