2023-12-02 en 03 Wees waakzaam!, Roland Brans

Jesaja 63, 16b17.19b; 64, 3b-7
Marcus 13, 33-37

In aanloop naar de verkiezingen organiseerde een samenwerkingsverband van 17 Nederlandse kranten een schrijfwedstrijd voor jongeren van 9 tot 19 jaar. Er kwamen meer dan 500 brieven en een aantal van deze brieven zijn gebundeld in een speciale uitgave van Nieuws in de klas, onder de titel Klasse(n)! Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst en het is dan ook interessant om te lezen waar deze jongeren vol vuur over schrijven: zorgen om het klimaat, de oorlog in Oekraïne, het telefoonverbod op scholen, de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen, voetballers die naar Saudi-Arabië vertrekken, racisme op school, de ongezonde gewoonte van vapen enz. enz. Brieven die allemaal, zo stel ik het me voor, zittend op het puntje van de stoel werden geschreven. Dit zal ik de wereld eens laten weten, letten ze wel op? En al die brieven ademen: waar wachten we op?

Het is het eerste weekend van de Advent en we wachten op de komst van Jezus, de Messias. Marcus legt Jezus kort voor zijn lijden een lange redevoering in de mond over de eindtijd. Er zullen rampen, ellende en verdrukking komen; let op die tekens, wacht, maar let op! Vervolgens krijgt dit wachten een hele specifieke betekenis in de parabel van de deurwachter. Een man die in het buitenland verblijft heeft het beheer van zijn huis aan zijn dienaars overgedragen en bovendien heeft hij aan deze deurwachter bevolen waakzaam te zijn. De huiseigenaar waarschuwt de poortwachter bovendien: je weet nooit wanneer ik terugkom, ’s avonds laat of midden in de nacht, of misschien ’s morgens vroeg. Hoe dan ook: zorg ervoor dat je niet in slaap gevallen bent, wees waakzaam! Laat je niet hetzelfde gebeuren als Simon overkomt in Getsemané, wanneer Jezus tegen hem zegt: ‘Simon, sliep je? Had je niet de kracht één uur te waken?’.
Met de parabel van de poortwachter houdt Jezus zijn volgelingen voor om, zelfs als Hij er niet meer is, toch voorbereid te zijn op zijn wederkomst. Sterker nog: om actief te blijven en méér te doen dan alleen wachten. Waakzaam zijn betekent dat je je niet afwent van deze wereld.

Maar welke Messias zal komen? En ligt al onze hoop dan alleen in de toekomst? Of is de toekomst ook nu? In de uitroep van Jesaja uit de eerste lezing horen we ook zo’n schreeuw om toekomst, dat we niet alleen gelaten worden. Het is een oproep van het volk van God, dat zijn God vergeten lijkt en nu om Hem roept: ‘Onze Heer onze God, wees toch niet langer vertoornd op ons. Scheur toch de wolken weg en daal af!’
Een schreeuw om een lichtende toekomst; het koninkrijk van God zal komen én het is er al, kijk goed om je heen. Hoed je voor verkeerde messiassen. Voor degenen die zeggen dat alles simpel is, als we maar allemaal dit of dat. Die de complexiteit van de wereld ontkennen. De valse Messias kunnen we herkennen aan de pretentie dat als we deze leider volgen, alles zal lukken. Alsof het kruis geen plek heeft in deze wereld.

Hoe verleidelijk is het om ons af te wenden van deze wereld. Hoeveel slecht nieuws kan een mens aan? Zo verwonderlijk is het toch niet dat velen het nieuws mijden of zich wenden tot een valse messias? Niets menselijks is ons vreemd, iedereen heeft er wel eens schoon genoeg van, maar ons terugtrekken in onze eigen bubbel, door bijvoorbeeld niet meer te luisteren naar degenen die twee weken geleden heel anders stemden dan jij of ik, dat is een afwenden van de wereld, die de wereld en ook onszelf niet verder helpt. Wachten we af, of waken we? Als we waken, vallen we niet in slaap en nemen we elke dag weer in al onze kleine bezigheden onze verantwoordelijkheden. Ik las ergens: Advent is geen toekomstdroom, het is een toekomst-geweten. De houding die we hebben, die we aannemen doet ertoe. Ook degenen die zich begrijpelijkerwijs afgewend heeft van de televisie en het slechte nieuws, kan opeens rechtop op zijn stoel gaan zitten en wél luisteren naar anderen in de straat.

In de zojuist genoemde brievenkrant van jongeren komen tal onderwerpen voorbij, grote en kleine problemen, van heel dichtbij en ook van ver weg. Een brief van twee negenjarige kinderen uit Maastricht trof mij. Ze schreven over Afrika: ‘Wij merken dat er in Afrika slecht onderwijs is. Wij vragen ons af hoe het komt dat er hier wel goed onderwijs is en daar niet. En hoe kan je dat oplossen? Want als we het niet oplossen komt het nooit goed. Want als de kinderen geen goed onderwijs krijgen, kunnen ze later geen goede baan vinden en dan komt er ook geen verandering met het probleem van armoede en de economie in Afrika. Dus hoe kan het onderwijs in Afrika worden verbeterd? Het is tijd om daar goed over na te denken.’

Tja, een kant en klare oplossing hebben deze kinderen niet, maar jong als ze zijn sporen ze ons in ieder geval aan om goed na te denken. Een waarheid als een koe, stond er in deze brief: als we het niet oplossen komt het nooit goed.
Wat dichter bij huis: vorige week was ik op een school waar de kinderen van de leerlingenraad vertelden, dat ze van de meesters en juffen hadden geleerd hoe ze een ruzie konden oplossen. Ze pakken dan een zogenaamd STORM-kaartje en met de letters van S.T.O.R.M gaan ze aan de slag. De S van stop en koel af. De T van toon respect; De O van samen verschillende oplossingen bedenken; De R van rustig een oplossing kiezen; de M van maak een plan en voer het uit. Werkt het ook, vroeg ik aan de kinderen. Ja hoor, zeiden ze, bij ons wordt bijna nooit iemand gepest. Soms zal wie s.t.o.r.m zaait, vrede oogsten.

Op deze eerste Advent zijn wij vol van verwachting over de komst van Jezus; van Hem die ons zo dicht bij Gods koninkrijk bracht. Een koninkrijk waar we niet alleen op wachten, maar waar we – als we waakzaam blijven – ook nu de tekenen van zien. Niet onderuit gezakt, maar waakzaam en alert, op het puntje van onze stoel. Als een poortwachter.

Roland Brans

Geplaatst in Preken.