2023-12-30 en 31 Teken van een nieuw begin, Roland Brans

Genesis 15,1-6; 21,1-3
Lukas 2, 22-40

Op 4 oktober 1669 stierf een schilder. Tijdens zijn leven was hij succesvol, groots én eigenzinnig. Vier dagen na zijn overlijden wordt de schilder begraven in de Westerkerk in Amsterdam en neergelegd in een huurgraf, want erg rijk was hij inmiddels niet meer. In de Westerkerk zijn ook zijn eerder gestorven geliefde en zijn zoon begraven. Uit een notarieel rapport uit 1671 blijkt dat er op zijn schildersezel in zijn atelier een onvoltooid werk staat. Hierop zijn Simeon en de pasgeboren Jezus afgebeeld. Rembrandt, want over hem hebben we het hier, heeft zijn leven lang Bijbelse thema’s geschilderd. Van mijn vader en moeder heb ik deze Rembrandtbijbel geërfd, waarin veel van zijn schilderijen en tekeningen zijn opgenomen. Vandaag heb ik het evangelie hieruit voorgelezen. Het zal u misschien zijn opgevallen dat het een wat oudere vertaling is. Een oude vertaling met een altijd vernieuwende betekenis.

In deze Rembrandtbijbel is een schilderij van Simeon opgenomen, maar het is niet het schilderij dat Rembrandt aan het eind van zijn leven schilderde. Hij was pas 25 jaar oud toen hij dit monumentale doek maakte, theatraal zelfs; Jozef en Maria zijn in de tempel om de pasgeboren Jezus op te dragen aan God. Simeon herkent het kind als de langverwachte Messias. De oude man neemt het kind in zijn armen en zegt: ‘Nu laat U Heer, uw dienaar in vrede gaan, zoals u hebt beloofd. Want met eigen ogen heb ik de redding gezien, die u bewerkt hebt ten overstaan van alle volken: een licht dat geopenbaard wordt aan de heidenen en dat tot eer strekt van Israël, uw volk.’ De jonge schilder laat een goddelijk licht op het kind vallen. Of komt het licht uit dit goddelijk kind?

Dit weekend staan we op de drempel van een nieuw jaar. Terug- en vooruitblikken horen bij deze dagen. We denken na over al het onheil dat de wereld getroffen heeft en hopen dat in het nieuwe jaar alles, of nou ja, veel, weer ten goede zal keren. We kijken wellicht terug op ons eigen leven, wat ons overkomen is, wat we hebben gedaan, ten goede of ten kwade. Misschien maken we voor het nieuwe jaar wel goede voornemens. Oud en nieuw treffen elkaar deze dagen. Die ontmoeting van oud en nieuw, van belofte en toekomst, hoor ik ook in de lezingen van vandaag. Waar Abraham in de eerste lezing vertwijfelt uitroept: ‘Heer God, wat baten al mijn gaven, want ik blijf maar kinderloos’, daar doet God hem een belofte: ‘Zo talrijk als de sterren wordt uw nageslacht.’ Abraham zal God trouw blijven en zijn belofte wordt vervuld. Een volgende, een nieuwe generatie zal klaar staan.

De ontmoeting tussen oud en nieuw beluisteren we tevens in de evangelielezing van vandaag. Dit verhaal uit Lukas lijkt wel uit het Oude Testament te komen: de sfeer, de beelden, de woorden ademen de joodse traditie. Jozef en Maria staan in die joodse traditie en zij bieden hun zoon Jezus aan God aan. Met de opdracht in de tempel staan ze in de traditie van hun geloof. Het gaat Lukas niet alleen om de traditie en het eigen volk; niet alleen díe verwachtingen worden nu waargemaakt, nee, Jezus’ licht zal over álle volken schijnen.  Over de generaties heen wordt het geloof doorgegeven: Abrahams nageslacht zal talrijk zijn en Jezus zal op eigen wijze de traditie voortzetten. Simeon spreekt tot Maria: zijn zoon zal als een licht zijn, maar ook: het hart van jou als moeder zal doorboord worden. Een dramatische vooruitblik. Niet alleen Simeon is een vertegenwoordiger van de traditie, bij Lukas. Ook Hanna is dat. Deze hoogbejaarde profetes diende God dag en nacht in de tempel. Hanna sprak over het kind tot allen die de bevrijding van Jeruzalem verwachtten, zo staat er.

Op eigen wijze de traditie voortzetten; eigenwijs als het moet. Het lijkt de Ontmoetingskerk wel. Van Rembrandt zeggen ze eveneens dat hij afweek van de norm, dat hij een eigenzinnige schilder was. En een schilder die op ongekende wijze het leven met al zijn emoties kan weergeven. In zijn leven heeft Rembrandt vijf keer Simeon afgebeeld, getekend, geëtst, dan wel geschilderd. Het schilderij waar hij waarschijnlijk het laatst aan heeft gewerkt, wat nog op zijn schildersezel stond toen hij stierf, laat een heel andere Simeon zien dan zijn eerste versie; met veel grovere toets geschilderd, geen pracht en praal van een tempel is er te zien, alle omstanders zijn weg (waarschijnlijk is de Maria of Hanna op de achtergrond later toegevoegd). Het gaat alleen om de oude man en het kwetsbare kind.

Simeon is hier aan het eind van zijn leven, net zoals Rembrandt was, toen hij dit schilderde. In zijn jonge jaren benadrukte Rembrandt het monumentale en grootse, in zijn laatste levensdagen liet hij menselijkheid en kwetsbaarheid zien. God wordt gedankt, het leven wordt doorgegeven. Jezus is een mensenkind, door God gegeven. Een goddelijk mensenkind. Verwachtingsvol kijken we naar dit kind, zoals alle ouders vol verwachting kijken naar hun pasgeborene. Alles valt weg, hier gaat het om. Simeons’ ogen zijn half gesloten, maar voldoende geopend om nog te kunnen zien dat zijn geloof wordt doorgegeven. Een teken van hoop, is waar Simeon op heeft gewacht voordat hij zou sterven en het is hem gegeven.

Hoe staan wíj voor de schildersezel als wij ons leven en onze toekomst schilderen? Geven wij het leven en het geloof door op onze eigen wijze, staand in de traditie, eigenwijs desnoods? Zoals mijn ouders het leven en het geloof, ook met deze Rembrandt-bijbel, hebben doorgegeven? Schilderen we vol vertrouwen met losse penseelstreken een verleden, heden en toekomst dat staat in het teken van de hoop? Dit weekend blikken we terug en vooruit. Met dit teken van hoop gaan we het nieuwe jaar in.

Roland Brans
Geplaatst in Preken.